LCC-lid Koppert Biological Systems is een goed voorbeeld van waar een klein land groot in kan zijn. Wereldwijd wordt Koppert wel gezien als dé specialist op het gebied van biologische gewasbescherming, met name op het vlak van natuurlijke vijanden. Met de kennis en producten die het familiebedrijf sinds de oprichting in 1967 heeft ontwikkeld, speelt het nu een significante rol in de internationale landbouw. Met medewerker Erik van Santen bespreken we hoe Koppert in de cannabis terecht is gekomen.
Het bedrijf
Oprichter Jan Koppert begon ooit als gewone komkommerteler in Berkel en Rodenrijs. Tijdens een zoektocht naar manieren om plagen bij zijn komkommers aan te pakken zonder chemicaliën, ontdekte hij een natuurlijke vijand (een sluipwesp) van zijn grootste probleem (spint). Hiermee legde Koppert de basis voor de bestrijding met behulp van natuurlijke vijanden, en de rest is geschiedenis. Ook op het gebied van weerbaarheid en bestuiving is Koppert groot geworden. De producten worden in meer dan 100 landen toegepast, en via de website kun je kiezen uit wel 32 internationale kantoren van het bedrijf. Koppert is te vinden van Canada tot Brazilië, en van Griekenland tot Zuid-Korea.
Erik van Santen werkt al ruim 30 jaar bij Koppert, en is tegenwoordig senior consultant. Hij legt uit waarom er zoveel dochterbedrijven nodig zijn: het gaat tenslotte om levende beestjes, die je niet zomaar met de post kunt versturen. Vaak zijn er vergunningen nodig voor het transport, en de producten moeten met plaatselijke expertise worden ingezet omdat teeltomstandigheden overal anders kunnen zijn. Nu chemische bestrijdingsmiddelen steeds meer worden verboden, zijn er ook meer beestjes nodig. En bovendien komen er in de teelt telkens weer nieuwe plagen en uitdagingen bij. Om al deze redenen ziet Koppert zichzelf ook als een echt expertise-centrum. Vanuit het hoofdkantoor wordt veel begeleiding en training gegeven, en via die lokale kantoren vindt dat zijn weg naar de klant.
Cannabis
Tijdens zijn werk kwam Erik veel in Canada voor de groente- en sierteelt. Toen cannabis in Canada werd gelegaliseerd en er allerlei soorten Licensed Producers (LPs) van start gingen, zag Erik het daardoor van dichtbij gebeuren. Zodoende was hij de aangewezen persoon om vragen te beantwoorden van de directie: was cannabis iets waarmee het bedrijf zich moest inlaten?! Het inzicht van Koppert Canada om deze teelt serieus te nemen plus de opgedane indruk van Erik in Canada hadden uiteindelijk een belangrijke positieve impact op die beslissing, en zo ging Koppert aan de slag met cannabis. Nu, een paar jaar later, coördineert Erik de internationale cannabis strategie. Zijn titel is senior consultant /coördinator medicinale cannabis. Maar in feite doet Koppert zaken met alle legale cannabistelers.
Het is niet verbazingwekkend dat de meeste omzet momenteel uit de VS en Canada komt, waar simpelweg de meeste LPs zitten. Maar daarnaast komen er nu steeds meer landen bij die ook cannabis willen (en mogen) gaan telen, zoals bijvoorbeeld Spanje, Denemarken, Duitsland, Portugal en Noord-Macedonië. In bijna al die landen heeft Koppert een dochteronderneming, of ze werken met plaatselijke consultants die de markt goed kennen. En Koppert beperkt zich niet tot de binnenteelt. Ook voor het telen van CBD-hennep ziet Erik interessante mogelijkheden voor biologische bestrijding in het open veld, zeker nu de EU steeds meer pesticiden in de ban doet. In Brazilië doet Koppert dat tenslotte ook al bij soja en in de USA in aardbeien, waarbij de beestjes per Natutec Drone worden verspreid over de velden.
Koppert heeft hiervoor een eigen technische afdeling waarbij ze de apparatuur zelf zo ontwikkelen dat de producten optimaal kunnen worden ingezet!
Kennis en kwaliteit
Biologische bestrijding is constant in ontwikkeling, omdat er veel geleerd moet worden over de juiste inzet van al die natuurlijke vijanden in verschillende soorten gewassen. Bovendien wordt cannabis steeds meer een nieuwe vorm van grootschalige monocultuur dus allerlei plagen breiden zich uit naar dit gewas. Een voorbeeld is de cannabis aphid, een bladluis die zich de afgelopen jaren in de cannabisplant heeft gespecialiseerd en enorme schade kan veroorzaken. R&D is daarom een belangrijke afdeling binnen Koppert. Er is in het hoofdkantoor zelfs een prachtig experience centre ingericht om de uitvindingen en ontwikkelingen van het bedrijf te tonen aan bezoekers.
Volgens Erik helpt de cannabisindustrie heel erg bij het verder ontwikkelen van hoogkwalitatieve Koppert producten. Cannabistelers vragen namelijk dingen die geen enkele andere teler vraagt. Dat komt doordat cannabis vaak als medicijn wordt gebruikt, en de uiteindelijke kwaliteit aan strenge farmaceutische eisen moet voldoen. En dus zijn er allerlei vragen over de producten die Koppert levert: wat zit erin, hoe wordt het gemaakt, welke stoffen komen uiteindelijk in aanraking met de plant, etc. En die vragen zijn dan weer de basis voor nieuw onderzoek. Erik is ervan overtuigd dat de sterke focus op kwaliteit, leverzekerheid en onderzoek bij Koppert doorslaggevend zal zijn voor zijn cannabis klanten.
Naast het leveren van natuurlijke vijanden maakt Koppert ook verschillende biostimulanten, die de plant meer weerbaar moeten maken. Voor cannabis zijn bijvoorbeeld de producten Trianum en Vidi Parva getest in de cannabis teeltproeven bij de WUR, en ook met Delphy staan nieuwe onderzoeken gepland. Zo komen er steeds meer gerichte en bewezen producten beschikbaar voor cannabistelers. Al met al is de business uit cannabis voor Koppert steeds verder gegroeid. Zonder exacte getallen te willen noemen geeft Erik aan dat de omzet uit cannabis echt wel significant is, met voldoende ruimte voor groei.
Koppert en de LCC
Uiteindelijk hebben we het met Erik over het LCC lidmaatschap: hoe bevalt dat, wat gaat er goed en wat kan er beter?! Hierop antwoord hij dat het fijn is om in een groep te werken en kennis te delen. We krijgen gezamenlijk toch een beter beeld van de cannabiswereld, waarin veel gebeurt en er grote verschillen tussen landen zijn. Informatie van dochterbedrijven en consultants over de wereld helpen mee aan maken van landenoverzichten. Ook zou Erik graag zien dat we met elkaar gaan optrekken bij congressen en beurzen, waardoor de LCC met een duidelijk gezicht naar buiten treed. Wat dat betreft was de recente aanwezigheid van meerdere LCC leden op Cannabis Business Europe in Frankfurt een goede ervaring.
Erik maakt een belangrijke opmerking: ‘netwerken is onbetaalbaar, maar het moet de kosten wel waard zijn’. Als verbeterpunten noemt hij dat de LCC website echt up-to-date moet blijven, om de allerbeste indruk te maken op mogelijke klanten. Daarnaast kunnen we gezamenlijke cursussen gaan aanbieden, iets waar gelukkig al over wordt gesproken binnen de LCC. Het valt Erik ook op dat de deelname aan vergaderingen wat naar beneden gaat, hoewel hij de inhoud van die vergaderingen heel redelijk vindt. Misschien kunnen we daar dus eens een enquête aan wijden: wat verwacht men eigenlijk van die meetings en vergaderingen?
Tenslotte merkt Erik nog op dat binnen Koppert het enthousiasme over cannabis groeiende is, maar dat het telen van cannabis nog niet over de hele wereld is toegestaan. Het gaat soms traag en als dat te lang duurt dan ziet Erik het risico dat enthousiasme ook weer weg kan vloeien. Vermoeidheid over de cannabismarkt is er nog niet, maar kan wel komen. In Canada en andere cannabislanden vielen recent een paar grote partijen om, dus de groei is niet per se eindeloos, waarschuwt hij. En er komen steeds meer aanbieders van producten en consulting voor cannabisteelt. Maar eigenlijk is cannabis gewoon het zoveelste gewas dat goed en netjes moet worden geteeld. En daar lijken ze bij Koppert wel raad mee te weten.
